In de bedrijfseconomische vakken wordt bestudeerd hoe de ‘huishouding’ van een bedrijf werkt. In het derde jaar leert de leerling stap voor stap de boekhouding en administratie van een kleine onderneming voeren. In het vierde jaar wordt bestudeerd hoe alles in een groter bedrijf verloopt. Dat gebeurt allemaal praktisch en levensecht, aan de hand van echte documenten.
In wiskunde brengt men vooral de basis bij die nodig is in het vak bedrijfseconomie. Begrijpen en inoefenen krijgen er meer aandacht dan het echte theoretisch wiskundig denken. De wiskunde is wel theoretischer dan in de richting handel-talen, maar minder dan in de economische richting.
Bij informatica leert de leerling de verschillende delen en de werking van de computer kennen. Ook zal de invloed van de computer in het dagelijks leven worden onderzocht. Daarnaast kan hij ontdekken op welke manier de computer in het bedrijfsleven voor allerlei taken wordt ingeschakeld. Anders dan in de richting handel-talen, zal de leerling hier ook leren programmeren. Ten slotte leert hij ook werken met een tekstverwerker, een databank en een rekenblad. De leerling leert hier ook heel vlot typen.
Profiel van de richting